X

Toelichting

De cijfers in deze infographic zijn afkomstig uit de rapportages over de eHealth-monitor van Nictiz en het NIVEL van de jaren 2013 en 2014. De volledige rapporten uit beide jaren (‘eHealth, verder dan je denkt’ en ’Op naar meerwaarde’) zijn terug te vinden op de websites van Nictiz en het NIVEL.

Voor de dataverzameling zijn schriftelijk en online vragenlijsten afgenomen onder zorggebruikers en zorgverleners.

Zowel in 2013 als in 2014 is voor de zorggebruikers gebruik gemaakt van (afzonderlijke, onafhankelijke) steekproeven uit het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL. In 2013 werden 1500 panelleden benaderd, waarvan 769 de vragenlijst invulden (respons 51%). In 2014 werden eveneens 1500 panelleden benaderd en vulden 754 de vragenlijst in (50%). De vragen over contact met de huisarts en contact met de medisch specialist werden alleen gesteld aan panelleden die in het afgelopen jaar hun huisarts of medisch specialist hadden bezocht. In 2013 waren dit respectievelijk 573 en 340 panelleden, in 2014 waren dit er respectievelijk 587 en 321.

Voor de artsen is in 2013 gebruik gemaakt van het ledenpanel van de Artsenfederatie KNMG. Hiervan werden 652 huisartsen en 945 medisch specialisten benaderd, waarvan er respectievelijk 266 en 313 van de in de praktijk nog werkzame artsen de vragenlijst hebben ingevuld (41% en 33%). In 2014 kon vanwege een verandering in de ICT geen gebruik worden gemaakt van het ledenpanel van de KNMG, maar werd een steekproef getrokken uit het ledenbestand. Er werden 1402 huisartsen en 3106 medisch specialisten benaderd, waarvan er respectievelijk 171 en 172 in de praktijk nog werkzame artsen reageerden (12% en 6%). Deze aantallen waren voldoende hoog om betrouwbare conclusies te trekken. De groep respondenten uit de steekproef van huisartsen is representatief naar geslacht, maar niet geheel representatief naar leeftijd.

In de rapporten van de eHealth-monitor van 2013 en 2014 wordt ingegaan op de betrouwbaarheidsmarges. Hiermee is rekening gehouden bij het toetsen van significante ofwel ‘echte’ verschillen tussen de jaren. In de eHealth-monitor 2014 wordt per hoofdstuk ingegaan op de significante verschillen. Waar sprake is van significantie, staat dit in het rapport vermeld. Dit houdt in dat niet alle verschillen die in deze infographic zijn opgenomen ook daadwerkelijk statistisch significant zijn. In het onderzoeksrapport is dit na te lezen.

De resultaten in de eHealth-monitor zijn afgerond, rekening houdend met de betrouwbaarheidsmarges, op gehele getallen. Ten gevolge van afrondingsverschillen kan de som van percentages afwijken van 100%.

De eHealth-monitor 2014: op naar meerwaarde!

De eHealth-monitor is een terugkerend jaarlijks onderzoek, dat beschikbaarheid en gebruik
van eHealth-toepassingen in Nederland door patiënten en zorgverleners volgt.
Het NIVEL en Nictiz hebben het onderzoek uitgevoerd.

In deze interactieve infographic kunt u voor vijf eHealth-thema’s de resultaten van 2014 vergelijken met 2013. Lees voor de juiste interpretatie van de cijfers de toelichting.

Klik hier om dit onderdeel aan of uit te zetten

Zoeken en bijhouden van gezondheidsinformatie

Dit thema omvat zaken die de zorggebruiker zelf kan doen in zijn eigen leefomgeving bijvoorbeeld het gebruik van internet, mobiele apps voor digitale zelftests of het deelnemen aan een online discussiegroep met lotgenoten.

Communicatie tussen zorggebruiker en huisarts

In dit thema staan vormen van online communicatie tussen zorggebruiker en huisarts centraal. Hieronder vallen oa. het online maken van afspraken en het online inzage in het dossier van de huisarts.

Volgens de zorggebruiker
Volgens de huisarts

Communicatie tussen zorggebruiker en medisch specialist

In dit thema staan vormen van online communicatie tussen zorggebruiker en medisch specialist centraal. Hieronder vallen oa. het online maken van afspraken en het online inzage in het dossier van de medisch specialist.

Volgens de zorggebruiker
Volgens de medisch specialist

Elektronische dossiervoering door zorgverleners

Dit thema gaat over het elektrische patiënten- of cliëntendossier (EPD/ECD) van de zorgverlener. Hierin vindt de registratie van patiëntgegevens plaats. Ook kunnen EPD’s en ECD’s automatische waarschuwingen genereren.

Bij huisartsen
Bij medisch specialisten
Allergieën van de patiënt
Intoleranties van de patiënt
Contraindicaties voor voorgestelde behandelingen
Interacties met andere medicatie
Suggesties voor aanvullende onderzoeken

Elektronische communicatie tussen zorgverleners

Dit thema gaat in op elektronische communicatie tussen zorgverleners. Omdat de patiënt tijdens het zorgproces te maken kan krijgen met meerdere zorgverleners, wisselen zorgverleners veel informatie uit, zoals behandelverslagen.

Informatie van het ziekenhuis naar de huisarts
Informatie voor de medische specialist bij opname van een patiënt